donderdag 29 november 2018

dirckje van oers in de bossche protocollen

Voorouder Dirckje van Oers (1678-1740) is driemaal getrouwd geweest. Voor het tweede en derde huwelijk zijn enige formaliteiten bij de schepenbank geregeld en in de Bossche protocollen vastgelegd.

Haar eerste huwelijk in 1697 met Jan Wijgergans is door de dood van Jan in 1712 geëindigd. In dit huwelijk zijn 10 kinderen verwekt, waarvan er slechts een nog in leven was bij het overlijden van Dirckjes man. Voor haar tweede huwelijk in 1713 met Jan Seuwen is een akte opgemaakt waaruit blijkt, dat zij en haar onmondig zoontje een schuld van 200 Carolusguldens aan ene Cornelis Craijevelt hebben.

Haar tweede huwelijk met de 26-jarige beurtschipper Jan Seuwen is door diens dood in 1717 al na 4 jaar geëindigd. Van de twee dochters uit dit huwelijk is Joanna nog in leven. Dirckje draagt het vruchtgebruik over het schip, dat Jan Seuwen heeft ingebracht in het huwelijk, en de eigendommen die in het huwelijk zijn verkregen over aan dochter Joanna.

In haar derde huwelijk met Jacob Fens heeft zij in 1719 een dochter gekregen. Jacob is op 3 oktober 1687 in Oosterhout, de plaats waaruit ook de familie Seuwen afkomstig is, geboren.

In de DTB-gegevens hebben we nog kunnen vinden, dat Dirckje bij het huwelijk voor de schepenbank in 1713 op de Vismarkt woonde. Vermoedelijk is dit het adres waar zij met Jan Wijgergans woonde.

Uit de inkwartieringsgegevens, gepubliceerd op de Bossche Encyclopedie, blijkt, dat Jan Seuwen op de Brede Haven woonde. Ook een broer van Jan woonde op de Brede Haven en zijn vader en een andere broer op de Smalle Haven.

Bij het huwelijk voor de schepenbank is vermeld, dat Jacob Fens in de Ortestraat woont.

Weten we dus uit een bron, dat Jan Seuwen schipper was, mogen we op basis van woongegevens en migratiegegevens veronderstellen dat de betrokkenen beroepsmatig bij water en varen betrokken zijn.


dinsdag 27 november 2018

'halm geven' en 'de halm werpen' in de bossche protocollen

Sinds enige tijd zijn de Bossche protocollen, de vastlegging van formele afspraken, die licht genoeg waren om door de schepenbank te worden afgedaan, op het internet te raadplegen. Hiermee hebben we een waardevolle aanvulling op de doorgaans spaarzame gegevens van doop, trouw en begraven. Ook over voorouder Dirckje van Oers, waarover elders op deze blog meer, is een en ander opgetekend in de protocollen. Als bijvangst bij de informatie over Dirckje heb ik het woord effestucare gevonden.

Doorgaans is mijn Latijns-Nederlands woordenboek van Muller, Renkema en van der Heyde een goede hulp, maar in dit geval kwam ik niet verder dan het woord 'festuca', dat 'een stokje' is 'waarmee de assertor (=bevrijder) de slaaf bij de vrijlating aanraakte'. In de serie berichten die ik naar aanleiding van het protocol inzake Dirckje startte op het forum van de website 'watstaatdaer.nl' heeft respondent Pauwel mij op enige artikelen gewezen, waarin dit 'stokje' uit het klassiek latijn, in de Middeleeuwen tot 'strohalm' geëvolueerd, alsmede de ceremonies waarbij het gebruikt wordt zijn beschreven.

In een artikel uit 1867 in de negende jaargang van 'De Taalgids' schrijft J.H. van Dale, de geestelijke vader van het woordenboek 'Dikke Van Dale' dat: 'de uitdrukking halm geven' [wordt bedoeld voor] 'van het eene of andere afstand [doen], deze of gene bezitting aan anderen [overdragen], door het wegwerpen of overgeven van een stroohalm', en dat 'het nederleggen van een halm op den dorpel eener woning het nederleggen of brengen van zoen of vrede beteekende'. In dit artikel geeft hij tevens aan dat in het verhaal "Van Den Vos Reijnaerde" een samenhandende uitdrukking voorkomt.

In een noot van het boek 'Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland door onuitgegevene oorkonden opgehelderd en bevestigd' van Is. An. Wijhoff  wordt de term 'effestucamus' (wij hebben de halm geworpen) toegelicht: 'Toen onder de Salische wet nog geene geregtelijke handelingen beschreven, maar alle overeenkomsten mondeling gesloten werden, waren zinnebeeldige teekenen noodig, om de gedachtenis daarvan te bewaren: zoo wierp men om den eigendomsovergang van vaste goederen aan te duiden een korenhalm, een rijsje (festuca) of iets diergelijks overeenkomstig den aard van het voorwerp aan den regt verkrijgenden toe. Toen men in lateren tijd dezen vorm liet varen en het woord (effestucare den halm werpen) in de oorspronkelijke beteekenis niet meer te pas kwam, heeft men nogtans dit woord, in het gemeen, voor het doen van eigendoms overdragten blijven gebruiken, gelijk men ook in het Nederduitsch plagt te zeggen: afstand doen met halm, hand en mond, verhalmen, ...'.

Boeiend is, dat als je eenmaal een aanknopingspunt gevonden hebt, er via het internet en de zoekmachines een nieuwe wereld open gaat.