Het gedenkboek van Lutkie en Smit, "Littera eget scheda" (De letter behoeft papier) uit 1951 wordt in een krantenartikel gecomplimenteerd met: "De firma Lutkie en Smit kon haar artikel geen groter eer bewijzen, de geschiedenis van het bedrijf niet beter recht doen wedervaren dan met dit typografisch pronkjuweel." De tekstschrijver Jan Baesjou beschrijft in de eerste hoofdstukken op poëtische wijze het ontstaan van papier, waarna hij de geschiedenis van de oprichters van het bedrijf start met bovengenoemde broers Lutkie. Het boek leest als een sprookje.
Hoe anders is de opzet van het door Tib Tiebosch vervaardigde gedenkboek "Lutkie Cranenburg : 150 jaar voor elkaar", in 1988 aangeboden ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van Lutkie Cranenburg. Tiebosch heeft gekozen om de start van de geschiedenis als een genealogische verhandeling op te zetten, en wel met de komst en het verdere leven van de eerste Lutkie in Nederland. Helaas begaat Tiebosch zoveel zonden tegen een historische betrouwbare genealogie, dat we welhaast van een horror-sprookje kunnen spreken. Feiten als afstamming, geografische herkomst en persoonskenmerken zijn bij ontbreken van gegevens zodanig romantisch ingevuld, dat de waarheid geweld is aangedaan. Wel beschikbare gegevens die een ander, kennelijk minder romantisch licht op deze eerste Lutkie werpen zijn niet gebruikt.
Op de eerste bladzijden van het hoofdstuk "what is in a name" tovert Tiebosch ons een prestigieus personage voor, dat weinig gemeen heeft met de Lutkie zoals we die uit archiefgegevens kennen. Hij zou een 24-jarige ondernemende jongeman zijn en van zeer goede komaf zijn. Het bewijsmateriaal van Tiebosch is dat hij eigenlijk Lübke heet, voorouders heeft die "zoals uit heraldieke aanwijzingen kan worden geconcludeerd, vanuit Denemarken naar Duitsland [zijn] geëmigreerd." Door de vraag te stellen of deze Lübke tot dezelfde tak behoort als de Duitse oud-bondspresident Heinrich Lübke suggereert Tiebosch een elitaire afstamming die moeilijk in overeenstemming is te brengen met de status van kanonnier in het Staatse leger. Het antwoord op de vraag die Tiebosch ons schuldig blijft, is eenvoudig te beantwoorden: allemaal verzonnen.
Voorts kunnen we waarnemen, dat Tiebosch zelf het ook niet erg nauw nam met de spelling. Zijn tekst "Toen Johannis Christophori Lütke (v/h Lübke) op 12 januari 1749 te 's-Hertogenbosch in het huwelijk trad met Johanna de Zeeuw" luidt in werkelijkheid: "Joannes Christophorus Luttie - Joanna Zeeuwe vidua Hubert van Mierlo - testes: Jacobus Overlack et Digna van Lith".
Zoals we hiervoor zagen was Lutkies eerste vrouw Joanna weduwe van Hubert van Mierlo. Een interessant gegeven zou je zeggen, maar het past wellicht niet in het beeld van de ondernemende 24-jarige jongeman als echtgenoot.
De wijsheid van de genealoog om secundaire bronnen kritisch te bekijken blijkt weer eens te meer bewaarheid te zijn. Een 'portret' dat wel op archiefgegevens gebaseerd is staat elders op deze site.