zaterdag 28 oktober 2017

lutkie versus lutters

Bij de start van de burgerlijke stand gaf (een deel van) de familie Lutk(i)e zich veel  moeite om definitief als Lutkie door het leven te gaan. In verschillende akten lees je dat Luttekes, Lutke etc. als Lutkie gelezen moet worden.

Het was dan ook een verrassing voor mij toen een nazaat van Johannes Lutters, (1785-1855, zoon van Wouter Lutke en Annemie Roosendaal) mij onlangs zijn kwartierstaat toonde en ook bij oervader Johan Christoffel Lutke uitkwam.

De verklaring voor de naamswisseling zou kunnen zijn, dat in de doopinschrijving van Johannes Lutters (1785) de naam van de vader als Lutters gespeld is. Hij is de enige Lutk(i)e bij wie dat het geval is.


Bij Johannes' huwelijk met Maria Elisabeth van Dijck in 1815 worden geen andere documenten getoond dan de gebruikelijke. Dus ziet de ambtenaar van de burgerlijke stand het doopextract met daarop de naam Lutters en schrijft het huwelijk met die naam in. Vermoedelijk heeft de bruidegom nog geprotesteerd, want in de twee akten bij de huwelijksafkondiging staat overduidelijk de naam Johannes Lutkie. Zijn eventuele protest heeft niet mogen baten en we moeten veronderstellen dat Johannes - anders dan zijn broer en zussen, waaronder mijn betovergrootmoeder Johanna Struning-Lutkie - de papieren waaruit zijn gelijk kon blijken, niet op orde had. Voortaan zijn hij en zijn nazaten als Lutters de toekomst ingegaan.

Hoewel er zeker juridische wegen waren om zijn gelijk te halen, heeft Johannes Lutters het niet nodig of niet belangrijk genoeg gevonden om zijn naam alsnog te laten corrigeren. En zo zien we in de volkstelling van 1822 éénmaal de naam Lutkie en éénmaal de naam Lutters opgenomen, en niemand behalve de betrokkenen zelf zal
geweten hebben dat beide heren broers van elkaar waren.




woensdag 4 oktober 2017

vader christoffel lutk(i)e geeft verzet tegen huwelijk op

Op 11 juni 1774 tekenen David Meelmaker en Dora Lutteke in 's-Hertogenbosch aan voor  de heren commissarissen van de huwelijkszaken. De bruidegom, geboren te Gorinchem, is grenadier en ligt in het garnizoen van Ieper, een stad in de Zuidelijke Nederlanden waar de Republiek mocht legeren ter verdediging tegen de Fransen. De bruid is geboren en woonachtig in 's-Hertogenbosch.

Naast de obligate geboorte-gegevens en toestemming van de leger-autoriteiten, valt de inbreng van de vader van de bruid op, die ons tussen de regels door iets laat zien hoe weinig vat de vader had op de vrijage van zijn dochter.

De tekst in het vergaderverslag luidt als volgt:
"Christoffel Lutteke vader van de bruijd alhier woonende en present zijnde zegt een eed gedaan te hebben van niet te consenteren in het huwelijk van zijn dogter met iemand van een andere religie dog declareert tevens wel te mogen lijden dat zijn dogter met de bruijdegom voors: trouwt alzoo hij buyten het verschil in religie niets op hem te seggen weet."
Uit andere gegevens weten we, dat niet alleen bruidegom David, maar ook zijn vader, a.s. schoonvader Christoffel en a.s. zwagers Bernard en Wouter soldaten in het leger zijn, of zijn geweest. Dora's moeder Jenneke Zeeuwen is al enige jaren dood - van scheiding gaan we bij de katholieken niet uit - want Christoffel is in 1774 al weer enige jaren getrouwd met Catharina Schaafs, die ook al uit een soldatennest afkomstig is.

Dora is enige dochter naast twee in leven gebleven broers en zal ongetwijfeld vaders oogappel zijn. Mochten we al een vermoeden van een losbandig leven van de gewone soldaat hebben, dan geeft Christoffel toch blijk in godsdienstige zaken zo principieel te zijn, dat hij een eed doet om een katholieke partner voor zijn dochter te krijgen. Ook bruidegom David moet respectabel zijn, want behalve dat hij ketters is, valt er volgens Christoffel niets op hem aan te merken.

Dat klinkt heel mooi, maar achterdochtig als we zijn, vermoeden we dat Dora én buiten weten van papa aan een vrijage buiten de roomse kring is begonnen én dat zij toen het serieus naar een huwelijk ging papa om haar vinger heeft weten te winden.

Wat zouden we graag meer van die vrijage willen weten. Hoe voelt het om als jonge vrouw van nog geen 20 verkering te hebben met een vrijer die ergens ver in Ieper  gelegerd was.

zondag 2 juli 2017

in memoriam adrianus van den hoeven

Op 27 januari 1887 stond op de voorpagina van de Tilburgsche Courant het in memoriam van mijn overgrootvader Adrianus van den Hoeven.



De tekst luidt als volgt:
Dezer dagen is ons een man ontvallen, die aan niet al te velen in ons midden bekend, en door nog veel minderen gekend was. En toch ware dit laatste vooral hoogst wenschelijk geweest. Laat ons dan, nu hij het afgematte hoofd ter ruste heeft neergevlijd, den sluier lichten die over zijn persoonlijkheid lag heengeworpen, opdat hij, ten minste na zijn sterven, in het volle licht gesteld worde, en in zijn graf de algemeene achting medeneme, die hij reeds hij zijn leven zoo ruimschoots verdiend had.
ADRIANUS VAN DEN HOEVEN,
zóó toch heet de edele man, dien wij bedoelen, die jl. Zondag-morgen zijne ziel aan God wedergaf en wiens stoffelijk overschot heden ten grave gevoerd werd - zag het eerste levenslicht te Utrecht, den 3n Maart 1821. Zijn diep godsdienstige ouders strooiden in zijn hart de eerste zaden van deugd die op vruchtbaren bodem vielen, welig ontkiemden, in latere jaren tot vollen wasdom kwamen en gesteund en bekrachtigd werden door een echt wetenschappelijke vorming, uit de meest vertrouwbare bronnen geput. En toen zijn opvoeding voltooid was, rees hij op ten strijd, met hechte deugd en ware wetenschap gewapend en bezweek niet vóór de dood hem op het slagveld nedersloeg. Sinds arbeidde hij met ongemeenen ijver, in Noord en Zuid, op vele plaatsen en in talrijke verhoudingen. Maar overal en altijd maakte hij zijn zeldzaam groote gaven en sierlijke en vruchtbare pen dienstbaar aan de eer van Hem, die hem alles geschonken had; waar hij verbleef, won hij achting en eerbied; waar hij vertrok, werd zijn heengaan betreurd.

Maar meent nu niet, dat hij altijd op rozen gewandeld heeft; neen! de waardige man, met zijn fier en verheven karakter, heeft op zijn levensweg menige wrange teug gedronken en menigen scherpen doornensteek gevoeld. Hij heeft miskenning, tegenwerking ondervonden, en het is niet onmogelijk, dat ooit een verborgen ijverzucht aan zijn reputatie geknaagd heeft. Doch hij was een man uit één stuk, die, met ijzer sterken wil, onwrikbaar vasthield aan zijn beginsel; die de stormen liet razen; die wèl deed, maar niet omzag. Of de orkaan al om hem bulderde, de donder ratelde, de bliksem zengde, niets lette of deerde hem, mits zijn beginsel, waar hij zijn leven voor zou gegeven hebben, ongeschonden bleef. Ja ! Wat de heidensche dichter vóór eeuwen zong, konde op hem worden toegepast: „dat die rechtvaardige en karaktervaste man, al stortte ook heel de wereld krakend ineen, niet gedeinsd of gevreesd zou hebben, waar hare puinen zijn hoofd overstelpten."

Die handelwijze vond echter haar grond niet in een gevoelloze tastende onverschilligheid. Integendeel hij voelde zeer fijn en zeer diep. Maar hij heiligde zijn meening, bedwong zijn hart, en streed en leed grootmoedig voor en met zijn gekruisten Koning.

Zóó had hij gearbeid, gezwoegd en geleden ook, tot hij vóór circa 5 jaren onder ons optrad als Redacteur van ons blad. Sedert hebben onze lezers de vruchten zijner pen gesmaakt en bewonderd, maat bovenal eerbied moeten koesteren voor zijn karakter en zijn hart. En die pen heeft hij niet vrijwillig neergelegd ; zij is hem slechts door het geweld der ziekte uit de hand geslingerd, toen hij, nu korte maanden geleden, zuchtend uitriep: „Ik kan niet meer."

Want toen hij, na zijn veelbewogen en stormachtig leven, in ons midden tot een betrekkelijke rust gekomen was, en in zijn meergevorderde jaren de blijde vruchten hoopte te plukken, in zooveel zorgen gezaaid en besproeid, kwam Godshand tusschenbeide en bezocht hem, vóór nu ruim 3 jaren, met een wreede kwaal, die hem gefolterd heeft en verteerd, tot hij, na een nameloos, op voorbeeldig geduldige wijze verdragen, lijden, jl. Zondag-morgen kalm in den Heer ontsliep. Groot en verscheiden waren zijne gaven, maar hij heeft er met allen ijver mede gewoekerd. Met volle recht kunnen wij ons derhalve voorstellen, dat hij, voor Gods rechterstoel staande gezegd zal hebben : „Heer, vijf talenten hadt Gij mij toevertrouwd, zie, ik heb er vijf andere bij gewonnen"; en verder hopen en vertrouwen, dat de goede Meester, op zijn beurt, zal hebben gesproken: „welaan, goede en getrouwe knecht, ga binnen in de vreugde uws Heeren. -

Dat was de publicist; maar nu de mensch, de Echtgenoot, de Vader. Als eenvoudig en nederig mensch en Christen, heeft hij verborgen geleefd en gewerkt, geleefd voor God en de zijnen maar de kennis en omgang met anderen niet noodeloos gezocht. - Wat hij als Echtgenoot was, getuigt de peilloos diepe smart zijner trouwe en liefdevolle gade, getuigen de brandend heete tranen die zij op zijne asch vergiet. - En de Vader? Hier mag hij, zeker niet het minst, allen ten voorbeeld zijn. Den diepen godsdienstzin, die hem zelven vervulde, stortte hij zijn kinderen in het onbedorven en ontvankelijk hart over, en waar hunne gebreken zich vertoonden, bestuurde en bedwong hij ze grootendeels met den blik zijner oogen. Dat loonde hem God. Verscheidene zijner kinderen jubelen reeds als Engelen hierboven; een schier volwassen zoon leefde en stierf bijna als een heilige; een andere zoon heeft hem met voorbeeldige liefde en toewijding in zijne ziekte verzorgd en hem de oogen gesloten; zijn eenige dochter werd door Christus tot zijne Bruiden geroepen en door den vader wel met bloedend, doch fier en edelmoedig, hart aan den Meester afgestaan. En dan die andere lieveling zijns harten? Als knaap bijna als kind, mocht hij gaan waar God hem riep. Sinds bracht die veelbeminde zoon lange jaren tot geestelijke en wetenschappelijke vorming als Religieus in Syrië door, totdat hij, nu een groot jaar geleden, ter voltooiing zijner studiën, naar een meer naburig Rijk gezonden werd. Voorwaar een liefderijke beschikking van Gods vaderlijke voorzienigheid, want nu was het ouderlijke huis lichter bereikbaar. Toen dan ook de dood des vaders scheen te naderen, werd het den zoon vergund, na een tienjarige scheiding, naar diens ziek- en sterfbed te snellen. Maar het eerste wederzien moest ook het laatste op aarde zijn. Doch God las in beider hart; beiden waren tot het offer bereid, wat Hij den eene wel reeds geloond zal hebben en den andere ontwijfelbaar hier en hiernamaals zal vergelden.

Laat ons ten slotte de Gade met den Echtgenoot vereenigen en dan eindigen met een hoopvolle bede.

Ook in hare familie leeft en heerscht de godsvrucht. Hare zuster, behoort J. C. als Bruid, terwijl twee harer broeders in het verre Oost-Indië den wijngaard des Heeren besproeien met hun zweet. Ongetwijfeld zal zij de zwaarwichtige taak haars Echtgenoots met liefdevolle en krachtige hand overnemen om de nog overige kinderen tot God te geleiden en op te kweeken tot sieraden van Kerk en Maatschappij.

En nu de bede. - Dat de edelmoedige en voorbeeldig geduldige dienstknecht Gods reeds moge rusten en jubelen in Diens blijden en eeuwigen vrede, en de treurende Gade en kinderen in dienzelfden zoeten vrede mogen leven, getroost en gesterkt door 's Heeren barmhartige en almachtige genade.
R.LP.

vrijdag 30 juni 2017

familie-perikelen rond een huwelijksaanzoek

In de nalatenschap van mijn moeder, Maria Elisabeth Josephina van den Hoeven, en haar vader, Josephus Augustus van den Hoeven, trof ik een klein pakketje aan met brieven en kladjes van brieven. Het onderwerp van deze correspondentie uit 1902 was een aanzoek om met een oudtante, Dingena Maria van der Velden, te mogen verkeren. Mijn overgrootvader, Josephus Marcelis van der Velden, had het jaar daar voor op 67-jarige leeftijd zijn vrouw, Maria Goverdina van Rooijen, verloren en werd verzorgd door zijn dochter Dina (Dingena). Hij was erg van streek en kon maar geen beslissing nemen. Bovendien was openheid, zoals uit de correspondentie blijkt niet zijn sterkste kant. Omwille van de authenticiteit heb ik de tekst letterlijk, inclusief spellings- en grammaticafouten getranscribeerd.

Mijn overgrootvader betrok mijn grootouders in deze affaire, kennelijk omdat hij zich geen raad wist en omdat hij er vermoedelijk van uit ging, dat zijn andere dochter, mijn grootmoeder Elisabeth Hendrika van der Velden, een open oog zou hebben voor zijn situatie waarin het wegvallen van de verzorging door Dina weg zou vallen.

In de correspondentie is sprake van ene Sientje. Dit is Cecilia Catharina Dolné. Sientje is in 1907 - dus 5 jaar na de onderhavige affaire - op 40-jarige leeftijd getrouwd met de broer van Elisabeth en Dina, Gregorius, die toen 44 jaar en al 13 jaar weduwnaar was. Er zijn foto's bewaard gebleven, waarop Sientje en Dina samen op staan. Dit zou een aanwijzing kunnen zijn, dat beide dames bevriend waren.

Document 1(in klad) van vader aan vrijer van zijn dochter
Mijnheer
Naar aanleiding van Uw aanzoek om met mijn dochter te mogen verkeeren en tot een huwelijk te komen, bericht ik U daarop alsnog geen beslissend antwoord te kunnen geven. Ik had u gezegd daarover minstens veertien dagen te willen denken, doch kan ik in dien tijd nog tot geen besluit komen en wel om de volgende redenen:
eerstens is het mijn plicht als vader zooveel in mijn vermogen is te zorgen voor welzijn en toekomst mijner kinderen. Zonder u te willen krenken moet ik U rondweg zeggen dat mij van Uw persoon positie, familie enz te weinig bekend is en kwam Uw aanzoek te onverwacht om zoo spoedig in dergelijke hoogst gewichtige aangelegenheid een beslissing te kunnen nemen en tweedens zou het heengaan mijner dochter zoo kort na het overlijden van mijn vrouw in mijn huis eene leegte achterlaten, die niet aan te vullen is en de zaak die wij hier tal van jaren dreven te niet zou moeten gaan ofwel in vreemde handen zou moeten geraken.
Deze redenen leiden mij er toe alsnog mijn toestemming te reserveren en zal ik deze aangelegenheid nog eens ernstig en rijpelijk moeten overwegen en nadere inlichtingen afwachten.
Inmiddels

Met alle achting
Uw dw dienaar
J.M van der Velden

Document 2 van vader aan zijn dochter Elisabeth en schoonzoon Joseph
Breda 20 Mei 1902
Geachte Kinderen
U zul wel opkijken dat Dingena gevraagd is door Piet S.... uit den Helder om met haar te verkeeren dat heef hij mij maandag ook gevraagd en daar ik nergens van weet kan u wel begrijpen hoe of ik dat droevig woord moest hooren
daar ik nu geheel van mijn stukken ben kan u best begrijpen ik heb hem ten antwoord gegegeven dat ik er eerst eens veerdage overdenke zal maar ik zal toch geen toestemming geven want het is jonge die ik niet ken en dan zoo leelijk mensch als dat ik niet weet hoe of Dingena daartoe over kan maar ik begrijp als dat Sien dat spelletje aan de gang heef gemaakt aan weerszijde wat op gedrongen
Ik begrijp het anders niet dan moet u weten het is een boekdrukker ja wat zal hij verdienen en zijn vader hoor ik sluiswagter en dus weet u zoo wat een en ander u zult van Dingena ook wel een brief ontvangen daarover maar u laat van mij niks weten maar shrijf haar als dat zij er in Gods naam van afziet want waar moet het na toe met zoo een mensh later armoede lijden en voor mij dan ben ik alles kwijt en voor haar geen vooruitzigt ik heb er den hele nagt al om leggen shreeuwen en bidden dat er toch maar niks van kom dan zij er maar van afziet ge moet het haar maar is goed op het hard drukken

Uw liefhebbende
Vader JM vd Velden
Ik ging maandag na de Mis maar ik dach als dat ik de Kerk uit moest zoo kreeg ik het op mijn zenuwe en beve of dat ik een zwae koorts had het is zoo droevig voor mij daar eerst moeder verloren hebt en nu zoon korten tijd de tweede slag moet overbrengen

Mogelijk kom ik van de week wel is overlopen als kan anders zondag

Dingena weet niets van deze brief af daarom heb ik hem met potlood geshreve

Document 3 van de vrijer aan de vader van zijn aanbedene
Helder, 2 Juni 1902
Aan den WelEd. Heer J.M. v.d. Velden

Geachte Heer v.d. Velden!

Bij dezen bericht ik Ued. De ontvangst van Uw schrijven, d.d. 28 mei j.l., welk schrijven voor mij minder aangenaam was.
Met betuiging mijner gevoelens van eerbied voor de redenen, welke er U toe noopten mij bedoeld schrijven toe te zenden, vermeen ik evenwel, in verband met de bijgevoegde medeeling, dat U deze aangelegenheid nog eens rijpelijk en ernstig zult overdenken, te mogen opmaken, dat ik mijn aan U gericht verzoek niet geheel en al als afwijzend behoef te beschouwen.
Daar, waar ge onder de bestaande omstandigheden een zo grooten steun aan Uwe dochter hebt, was het begrijpelijk dat ik, met eenige weken geleden mijn verzoek tot u te richten, een offer van U vergde.
Niemand meer dan uwe dochter zelve die zulks begreep; vandaar dat zij er niet toe kon besluiten, U omtrent mijn aanzoek in kennis te stellen.
Het laatste gedeelte van Uw schrijven als vraag beschouwende, n.l.: dat ge nadere inlichtingen afwacht, moet ik U, in verband met mijn positie meêdelen, dat het geenszins in mijn bedoeling lag om Uwe dochter in eene positie te betrekken, zooals dezelve nog op heden is. (Mijn salaris bedragt op heden f 600,- à f 650,- ‘s jaars).
Toen ik met Paschen l.l. mijn aanzoek tot Uw dochter richtte, bezat ik evenwel de wetenschap, dat mijn positie aanmerkelijk verbeterd zoude worden, en wel door mededeeling van mijn patroon, dat het plan bestond om mij mettertijd te belasten met het toezicht in een gedeelte der drukkerij, speciaal zetterij, en als gevolg daarvan mijn salaris aanmerkelijk verhoogd zoude worden. Zoolas ik echter reeds aan Uwe dochter te kennen gaf, bestaat er tusschen beloven en doen een groot verschil, reden, waarom ik dan ook als mijne mening te kennen gaf, het beter was te wachten met het maken van verdere plannen, tot den tijd waarop die verbetering zoude zijn ingetreden. Het nam evenwel niet weg, dat het mijn plicht was om U met mijn aanzoek tot Uw dochter in kennis te stellen en tevens om Uwe goedkeuring te vragen.
Dat het antwoord in Uw schrijven van 28 Mei jl. voor mij minder aangenaam moet zijn, is ook U waarschijnlijk begrijpelijk. Evenwel, ik reken op de toekomst, overtuigd als ik ben, dat alles ten goede beschikt zal worden.
Hopende, dat U mijne vrijheid, met de toezending van dit schrijven ten goede zult houden, en na betuiging mijner oprechte gevoelens van hoogachting, heb ik, na hartelijke groeten het genoegen te zijn,
Ued. Dn.
P. S.....
Helder, 2 juni 1902


Document 4 van vader aan zijn dochter Elisabeth en schoonzoon Joseph
Geachte kinderen
Hierbij zend ik den brief dien ik van den de week eindelijk onvangen heb van P S... hoe vind u die hij schrijf alleen over zijn positie maar nog genees over zijn ouders of familie ook niet over zijn patroon hoe of die heet hij is zeker bang dat ik er over invermeerre zal hij heef zeker den brief dien ik hem gezonden heb aan Sien gestuurt want zaterdag kwam er een briefkaart van Sien als dat Dina is bij der zoud komen want zij moest haar noodzakelijk spreken dus hij schrijf zeker maar aan Sien want hier kom geen brief of briefkaart aan de hele week geen stadsgezigt of votoos dus dat is zeker gedaan
als u haar soms shrijf dan moet u niet laten weete als dat ik den brief gestuurt heb niets van dat alles u moet den brief bewaren die krijg ik wel eens terug bij toeval als ik eens over komt u moet als goed begrijpen wat hij schrijf ik denk dat hij zoo maar een rondlooper is op de zetterij ik vrees dat hij niet meer goed kan zien om letters te zetten Dina heeft u zeker wel geantwoord op den brief die u gestuurd heb ik zie er niets van ik denk maar niet anders als dat hij maar een geluk zoeker is dat hij denk moeder is dood daar zal wel wat te hale zijn

Breda 6 juni 1902
uw liefhebbende vader J M vd Velden

ik shrijf maar met potlood met de pen gaat het niet best

Document 5 (in klad van Jos van den Hoeven aan Dina van der Velden)
Naar aanleiding van Uw brief ligt het op onze weg U eenige verklaringen te geven, om onze houding in de hangende kwesties duidelijk te maken.
Het liefst hadden wij van af den beginne en ook voor het vervolg een afwachtende houding aangenomen, doch werden door Vader’s komst naar hier, eenigszins in de zaak betrokken. Het is onze meening, dat in zoo teere kwesties als de keuze van man of vrouw een ieder ook al is het zuster of broer zijn eigen zienswijze moet volgen, tenzij zekerheid of gegronde twijfel mocht bestaan dat het een ongelukkige verbintenis zou worden, zoals het b.v. met Faas? het geval zou zijn geweest: dan moeten wij spreken. Wij hebben die gedragslijn o.a. ook gevolgd met George hoe graag wij hem een goede vrouw hadden toegewenscht en bestaat er voor ons geen reden om te Uwen opzichte van die gedragslijn af te wijken. Zoolang wij het bewijs niet hebben van het tegendeel moeten wij aannemen dat Uw keus een goede is en als de braafheid van Piet gepaard gaat aan degelijkheid en hij kan zich een goede positie verwerven. Welnu dan achten wij Uwe keuze natuurlijk voor U Zelve een gelukkige en zal alles heel goed terecht komen.

Dat Vader er niet mede is ingenomen is in zoover begrijpelijk dat hij gaat denken, wat er met hem zelve zal moeten gebeuren: hij leefde nu rustig en onbezorgd en verliest U niet gaarne dat is volgens onze meening in hoofdzaak de reden van zijn tegenkanting. We hebben tijdens zijn verblijf alhier heel wat met hem gepraat, hem opgebeurd, goeden raad gegeven: o.a. ook aangespoord met U eens openhartig over de zaak te praten, hoewel wij vooruit wel vreesden dat hij dit niet zou doen, hem verwezen naar den Pastoor voor het nemen van inlichtingen kortom, wij deden het mogelijke om de zaak flink behandeld te zien en tot een goed einde te komen.

Na onze gemoedelijke pogingen ook indirect in Uw belang gedaan vinden wij het minder aangenaam dat met Job (Joh?, jm) wel moet worden gepraat en den zin onzer woorden zeker niet is besproken zooals zulks hier geschiedde, want nog eens, wij kunnen ons niet tegen iets verklaren, dat wij niet voldoende kennen, zoomin als wij er ons in dat geval voor verklaren, wij willen duidelijkheid en daarom vooral raadden wij vader aan den Pastoor te gaan spreken, zoo goed als wij hem aanraadden inlichtingen omtrent positie familie enz. in te winnen en had Vader met U gepraat dan ware zulks veel eenvoudiger in zijn werk gegaan, daar Gij natuurlijk vrijwel op de hoogte zijt van alles wat P. regardeert.

Dat Vader zou weigeren hadden wij ook niet verwacht en ik geloof ook niet dat dit zijne bedoeling is anders hoefde hij geen toespeling maken op positie enz.: in elk geval hoe het ook zij, wij achten het allernoodzakelijkst dat die zaken thuis in goede harmonie worden bepraat, dat het wederzijdsch zwijgen ophoude en als wij U een goede raad zouden mogen geven dan is het die: praat met Vader te praten al heeft hij er niet veelo.. Dan komt ge verder dan kan er gehandeld worden, ook ten aanzien van de zaak als zulks niet overijld geschiedt. Ge moet niet gelooven, beste Dina dat al zijn wij een beetje terughoudend dat Uw geluk ons onverschillig is verre van daar, doch, en zeer terecht kan het ons en voornamelijk B niet onverschillig zijn hoe thuis alles moet geregeld worden en liet B dit in haar laatsten brief nog al duidelijk blijken; zij en daarop heeft zij meer ik recht wil in dergelijke zaken ook gekend zijn.
Laat ik hiermede eindigen en de hoop uitspreken dat alles geleidelijk in orde komt en wij spoedig een alleszins waarderend oordeel kunnen vormen over den uitverkorene Uws harten. Uwe opmerking, dat het om het even moet zijn of hij komt uit den Helder, dan wel uit eene andere plaats, mits het maar een goede is is zeer juist

Ontvang onzen hartelijken groet
Uw liefh br en zuster
Jos.

Tussen de vorige brief (document 5) en de volgende moet een brief - vermoedelijk op hoge poten - van Dina hebben gezeten. Deze ontbreekt helaas.

Document 6 (in klad van Jos van den Hoeven aan Dina van der Velden)
De eerste indruk dien wij kregen bij het lezen van Uw brief was, dat de een zoowel als de ander eens hartelijk moesten lachen en toch hoe ongepast was onze vroolijkheid, daar wij in de plaats verslagen en in zak en asch moesten zijn ons dermate Uw toorn op den hals te hebben gehaald. Maar ‘t is waar, we beginnen het nu zelve eindelijk in te zien, wij zijn niet wijzer en we gevoelen het elken dag al meer dat wij niet toerekenbaar, en in alles erg achterlijk zijn. Ik begrijp nog niet dat wij de stoutheid hadden over Uwe aangelegenheden onze meening te durven zeggen: ik zeg onze meening, want gelukkig zijn wij op dat punt beiden even dom, anders zouden er voor ons nog huiselijke onaangenaamheden achter kunnen schuilen uit kunnen voortvloeien, terwijl wij het nu in onze onnoozelheid wonderwel eens zijn. En dan U berichten te zenden die U later, na het raadplegen van verstandige raadgevers blijken, onbetrouwbaar te zijn. Neen - maar dat is te erg. Ge moet er U maar niet verder boos om maken en onze ongepaste uitlatingen Geen wonder, dat er daar in den Bosch een paar als stoute kinderen in een hoek moesten geduwd worden. Foei! Nog zoo onmondig zijn en toch al als grooten willen meepraten. Maak u nu maar niet meer boos op zoo’n onnoozele halzen, ze zijn Uw gramschap niet waard.
Ten slotte nog dit: al zijn wij niet geloofwaardig wil ik nog even Sientje op het tapijt brengen. Zoo goed als Vader hier bij den Pastoor kwam Vader hier met dat denkbeeld van den dag, doch hebben wij Sien te hoog staan om ons niet uit alle macht tegen dit idee te verzetten de Pastoor hadden wij U die insinuatie tegen Sien kunnen vertellen, doch hebben wij Sientje te hoog staan om iets dergelijks te vertellen en dit daardoor aan het advies van alle mogelijke verstandige langs personen van vertrouwen en verstandelijk ontwikkelder lui dan wij zijn Breda rond te bazuinen. Maar hola ik ga mij weer te buiten en mag zoo’n hoogen toon niet aanslaan.

De verkering (althans Dina is niet met Piet getrouwd) is niet doorgegaan. Dina trouwde op 42-jarige leeftijd met de 35-jarige weduwnaar Gerardus Vossen op 9 februari 1914. Gerard bracht een zoon en drie dochters mee. Zij kregen samen nog een dochter.


dinsdag 27 juni 2017

soldaat lutkie verdronken in 1804 te medemblik

Bij het huwelijk van Walterus Lutkie en Helena van der Steen in 1817 te 's-Hertogenbosch was vader Bernardus Lutkie al enige jaren dood, door verdrinking. In de huwelijksbijlage vinden we meer informatie over deze verdrinking, en tussen de regels door het een en ander over het leger in de Bataafse tijd. De feiten die in de zogenaamde akte van bekendheid zijn vastgelegd zijn als volgt.

Bernardus - waarvan wij uit oudere archiefstukken weten, dat hij bij zijn eerste huwelijk juist uit de dienst van het Staatse Leger was ontslagen - was garentwijndersknecht, die in 1802 dienst heeft genomen in het leger, dus in het leger van de Bataafse Republiek, dat nogal onder strak toezicht van Frankrijk stond. Hij wordt bij het legeronderdeel "Eerste Battailjon Bataafsche Infanterie van Linie" ingelijfd en in garnizoen te Medemblik ondergebracht. In december 1804 verdrinkt hij, onder niet vastgelegde omstandigheden. Ook in begraafregisters van Medemblik komt zijn naam niet voor. De mensen die kunnen getuigen dat Bernardus daadwerkelijk in Medemblik in het leger heeft gezeten en aldaar is verdronken blijken een viertal maten te zijn, die allemaal uit de Bossche Tolbrugstraat afkomstig zijn. Bernardus was niet meer zo piepjong, geboren in 1749, had hij Abraham al gezien. Een van de genoemde maten was 70 jaar toen de akte van bekendheid werd opgemaakt en dus vrijwel een leeftijdsgenoot van Bernardus.

De hoge leeftijd van deze gewone soldaten illustreert mogelijk de situatie van het Bataafse Leger, dat in naam op sterkte was, maar dat ernstig onderbezet was. Inmiddels was het leger ook centraal landelijk georganiseerd, zodat proviand en soldij gelijkelijk voor alle soldaten geregeld was, waarmee een einde gekomen was aan de onzekere dagelijkse besognes voor kleding en voeding van de gewone soldaat. Wellicht was het aantrekkelijk voor 'de gewone man' om onder de nieuwe condities het leger in te gaan.

Met Bernardus komt een einde aan de lijn van huursoldaten die begon met de vader van stamvader Christoffel Lutke, die rond 1750 vanuit Borken bij Münster in Duitsland in het Staatse leger dienst had genomen, en die is voortgezet met diens zonen Walterus en Bernardus.

woensdag 7 juni 2017

lesje paleografie (met dank aan watstaatdaer.nl)

Als er meer in een (doop)inschrijving staat dan de datum en de namen van de dopeling, ouders en doopheffers is het soms een hele puzzel om die informatie te ontcijferen. Met de hulp van het forum op watstaatdaer.nl kom je (ik??) er wel uit.

De oudste tot nu toe gevonden voorouders zijn getrouwd in 1626. Ik vond een verwijzing naar dit huwelijk op de reconstructie van de inwoners van Oosterhout en Dongen van doekefkes.nl:
Paschasius Jan Cheeuwen, geb. te Terheijden [nb].
kerk.huw. te Oosterhout [nb] op 1 feb 1626
met
Catharina Cornelis.
RA 295-215v.
RA 295-221.
Op Familysearc.org vond ik de verificatie van deze verwijzing.

Het tekstblok is redelijk 'gemakkelijk' te lezen: "Paschasius Joēs Catharina cornelis testes [getuigen] Joēs Schuermans Joēs claes brabers". Wat in de marge na 1 feb(ruari) komt blijkt met de hulp van forumleden van watstaatdaer.nl te lezen als: "in Hey Dispensatio p(er) hoc matr(imonium)" - in Terheijden voor dit huwelijk - te zijn. Hey is Terheijden, maar waarvoor dispensatie is verleend wordt uit deze compacte tekst niet duidelijk.

Er is nog een andere scan op Familysearch, die iets vertelt over dit huwelijk. 
De namen van bruid en bruidegom kan ik nog wel lezen, maar de rest van de transcriptie dank ik aan de forumleden: "Contraxit 1 feb(ruari) testibus Jes claes brabers et Jes schuermans
Paschier Jo(ann)es Cathlyne [!!] Cornelis Oosterh(out) In Hey dis(pensatio) contraxerit Sponsalia 13 Jan(uari)." De drie streepjes boven in de marge wijzen er op, dat de drie afkondigingen zijn gedaan. 


En tot slot is er nog de inschrijving van 13 januari in Terheijden. De datum 13 januari geeft aan, dat het hier om de ondertrouw gaat, waarbij kennelijk andere getuigen waren betrokken: Denis Heijliger en J... Cornelis





maandag 29 mei 2017

de oosterhoutse zeeuwens in de 17-e eeuw

Afstammelingen van Cheeuwen, Paschier
1. Cheeuwen, Paschier
echt. Cornelissen, Catelijn
2. Zeeuwen, Jan (Passier) (g. 1633 - Oosterhout (NBr))
echt. Ariens, Neelken (Jans)
3. Seeuwen, Jacob (Janssen) (g. rond 1659 - Oosterhout (NBr), o. 1704-05-27 - Kerk van de Geertruikerk, 's-Hertogenbosch)
echt. Dungen, Ida (Hendericx) van den (g. rond 1663 - Oosterhout (NBr), beg. 1728-08-01 - Kerkhof van de Geertruikerk, 's-Hertogenbosch)
3. Zeeuwen, Cornelis (g. 1661, o. 1661-03-31 - Oosterhout (NBr))
echt. Schijff, Elisabeth (g. 1658 - Oosterhout (NBr))
3. Zeeuwen, Elisabeth (doo. 1662-12-10 - Oosterhout (NBr))
3. Zeeuwen, Maria (doo. 1664-08-16 - Oosterhout (NBr))
3. Zeeuwen, Anna (doo. 1666-02-24 - Oosterhout (NBr))
3. Zeeuwen, Johannes (doo. 1667-12-06 - Oosterhout (NBr))
2. Ceeuwen, Teuntje (Passchier)
echt. Adriaenssen, Jan
3. Adriaenssen, Cornelia (doo. 1662-12-03 - Oosterhout (NBr))
2. Ceeuwen, Adriaen (Passchier)
echt. Scalcken, Teuntien
3. Ceeuwen, Anna (doo. 1667-01-29 - Oosterhout)
3. Ceeuwen, Goetscalck (doo. 1664-09-10 - Oosterhout)
3. Ceeuwen, Elisabeth (doo. 1665-11-23 - Oosterhout (NBr))
echt. Sundert, Christophorus (Gisbert) van
3. Ceeuwen, Joannes (doo. 1668-10-23 - Oosterhout (NBr))
3. Cheeuwen, Joannes (doo. 1669-10-23 - Oosterhout (NBr))
3. Cheeuwen, Catharina (doo. 1670-07-27 - Oosterhout (NBr))
3. Cheeuwen, Paschalis (doo. 1672-08-07 - Oosterhout (NBr))
3. Seeuwen, Segebertus (doo. 1675-03-08 - Oosterhout (NBr))
3. Seeuwen, Adrianus (doo. 1677-06-27 - Oosterhout (NBr))
2. Ceeuwen, Lijsbeth (Paesschier)
echt. Michielsen, Heyliger (Gyben)
3. Michielsen, Maria (doo. 1664-04-12 - Oosterhout (NBr))
3. Michielsen, Paschalis (g. 1666-08-21 - Oosterhout (NBr))
3. Michielsen, Gisbertus (doo. 1669-08-26 - Oosterhout (NBr))
3. Michielsen, Cornelius (doo. 1672-10-11 - Oosterhout)
3. Michielsen, Eva (doo. 1675-12-02 - Oosterhout)
3. Michielsen, Antonia (doo. 1679-04-11 - Oosterhout)
3. Michielsen, Catharina (doo. 1682-08-16 - Oosterhout)
3. Michielsen, Catharina (doo. 1684-06-16 - Oosterhout)
2. Ceeuwen, Cornelia (Paesschier)
echt. Raemsdonck, Adrianus (Leenaerden Jansen) van
3. Raemsdonck, Catharina van (doo. 1668-07-29 - Oosterhout)
3. Raemsdonck, Leonardus van (doo. 1670-11-14 - Oosterhout)
3. Raemsdonck, Adrianus van (doo. 1672-12-24 - Oosterhout (NBr))
3. Raemsdonck, Adrianus van (doo. 1674-10-26 - Oosterhout)
echt. Meeussen, Bartholomeus (Rut) (g. 1644)
3. Meeussen, Ruth (doo. 1677-03-06 - Oosterhout (NBr))
3. Meeussen, Antonia (doo. 1679-07-27 - Oosterhout)
3. Meeussen, Rut (doo. 1683-04-06 - Oosterhout (NBr))
3. Meeussen, Joannes (doo. 1684-11-07 - Oosterhout)
3. Meeussen, Joannes Baptista (doo. 1686-04-12 - Oosterhout (NBr))
3. Meeussen, Maria (doo. 1689-05-04 - Oosterhout (NBr))
2. Paschasen, Elizabetha (doo. 1628-02-13 - Oosterhout (NBr))
2. Paschier, Elisabeth (g. 1630-10-27 - Oosterhout (NBr))
2. Passchier, Cornelis (doo. 1635-10-29 - Oosterhout (NBr))
2. Passchier, Elisabeta (g. 1640-01-29 - Oosterhout (NBr))
echt. Johannes, Ida (Cornelii)
2. Paschasen, Johannes (doo. 1619-04-12 - Oosterhout (NBr))

2. Paschasen, Lucas (doo. 1622-01-23 - Oosterhout (NBr))

donderdag 27 april 2017

waar ligt borkel?

De Nederlandse stamvader Christoffel Lutk(i)e komt uit het Münsterland, zoals we in verschillende bronnen kunnen vinden. In de Bossche Blokboeken, de Bevolkingsadministartie avant la lettre, komen we verschillende aanwijzingen voor zijn plaats van herkomst tegen: Berk, Borkel bij Munsterland, Borkel, Bork, Berkel. In het artikel "Geografische verwijzingen notarieel en ondertrouw" van Simon Hart dat ooit op de site van het Amsterdamse stadsarchief heeft gestaan, staat te lezen, dat Borkel het huidige Borken kan zijn: "Borkel in Munsterland thans Borken (Nordrhein-Westfalen, Duitsland)".

Gewapend met deze kennis heb ik een ouderpaar gevonden, die mogelijk de ouders zijn van Christoffel Lutk(i)e. Zowel in de indexen van Familysearch als in een database van de genealogische vereniging in Borken heb ik gegevens gevonden die deze aanname acceptabel maken.

Toch ben ik niet voor 100% zeker, omdat in de Blokboeken één keer Meppen genoemd wordt als geboorteplaats en één keer Meppel, vermoedelijk als verschrijving voor Meppen, in de patiëntenadminstratie van het Groot Ziekengasthuis. Er is een dorpje Borken bij, thans stadsdeel  van Meppen, maar dat ligt in de deelstaat Niedersachsen en behoort niet tot Nordrhein-Westfalen, niet tot het Münsterland.

zondag 2 april 2017

bezittingen

Bij een tweede huwelijk wordt een inventaris gemaakt van de bezittingen van hertrouwende weduwe of weduwnaar. In de inventarissen die gepubliceerd zijn op de Bossche Encyclopedie vinden we enkele indicatries van de 'rijkdom' van onze voorouders.


Christoffel LUTKIE weduwnaar van Johanna SEEUWEN, kan geen inventaris maken. Zijn bezit bestaat uit enkele aarden potjes. Christoffel woont in bij Jan SCHOENMAKERS in de Kerkstraat.
Dit wordt bevestigd door Anna SEEUWEN weduwe van Jacob van ES, tante maternel, Bernardus, Doreke en Wouter LUTKIE, kinderen van Christoffel voorsz en Maria GODIN huisvrouw van Jan SCHOENMAKERS voorsz.
04.11.1766 | R 1762 | f 216v

De volgende twee personen trouwen met elkaar.

David MOOLEMAKER weduwnaar van Theodora LUTTEKES maakt een inventaris ten behoeve van zijn drie zonen: Carolus, Leonardus en Johannes voor notaris Leendert Cornelis van de VEN op 11.7.1805.
Approbatie door Willem RUIMAN, oom paternel en Wouter LUTTEKES oom maternel.
13.07.1805 | R 1789 | f 209v

Catharina SOONS weduwe van Hendrik STAMME maakt een inventaris ten behoeve van haar twee onmondige dochters: Margaretha en Catharina.
Approbatie: Hendrik en Theodoor SOONS, ooms maternel. Er is geen familie van vaders zijde te 's-Hertogenbosch.
13.07.1805 | R 1789 | f 210

Elisabeth de BIE weduwe van Bernard LUTTEKES heeft geen bezit en kan geen inventaris maken ten behoeve van haar twee onmondige zonen Wouter en Johannes. Bevestiging door Catharina SISOO weduwe van Larius WETTER en Frans BOGAARS, tante paternel resp. buur. Er is geen familie van moederskant te 's-Hertogenbosch.
05.07.1807 | R 1790 | f 30v






vrijdag 31 maart 2017

das militär

De eerste en tweede Bossche generaties Lutk(i)e/Lutteke, alsmede de vermoedelijke stamvader Berndt Lütke uit Borken, zaten in het krijgswezen. Hoewel enige voorzichtigheid te betrachten is bij de toekenning van een doopinschrijvingen aan (Johann) Christoph en zijn broer Johann Lütke in Borken, kan bij Johann's inschrijving gelezen worden dat vader Berndt "miles", soldaat is.

Bossche stamvader Christoffel kwam als kanonnier ons land binnen. Zoon Bernardus had bij het aantekenen een militair paspoort getoond waaruit bleek, dat hij in Gorinchem in het regiment van Luitenant Generaal van Hertell zat. Zoon Wouter blijkt in hetzelfde regiment te Gorinchem te zitten. Schoonzoon David Meelmaker is, blijkens de gegevens bij zijn aantekenen in ondertrouw met Dora Lutteke, geboren te Gorinchem, als grenadier gelegerd in het garnizoen van Ieperen, in het regiment Schotten onder aanvoering van Luitenant Generaal Mackay. Christoffel heeft (tenminste) nog twee andere zonen gehad, Joannes Henricus in 1751 en Michael in 1757. In de DTB-archieven zijn met uitzondering van hun doopinschrijving geen andere/eenduidige gegevens te vinden, In de inventarissen (Bossche Encyclopedie) worden slechts drie kinderen genoemd. We mogen dus aannemen, dat de Johannes Henricus en Michael reeds als kind zijn overleden. zijn.

De tweede vrouw van Christoffel Lutke, Catharina Sch(a)efs, heeft als aantekening bij haar doop, dat haar vader soldaat is.

In 1769 wordt een 'kind van Christoffel Lutteken' begraven. Dit kan derhalve alleen dochter Maria Catharina uit het huwelijk van Christoffel met Catharina Sch(a)efs zijn.

De interessante onderzoeksvraag is of de eerste echtgenoot van moeder Johanna Zeeuwen, Egbert van Mierlo, of vader en broers Zeeuwen wellicht ook in das militär hebben gezeten.


maandag 27 maart 2017

vertellen gedenkboeken de waarheid?

Mijn betovergrootmoeder Joanna Lutkie was een tante van Christoffel Christaan Lutkie en Johannes Wilhelmus Lutkie, de oprichters van Lutkie en Cranenburg respectievelijk Lutkie en Smit. Van beide bedrijven in de papierbranche zijn bij een belangrijk jubileum gedenkboeken gemaakt.

Het gedenkboek van Lutkie en Smit, "Littera eget scheda" (De letter behoeft papier) uit 1951 wordt in een krantenartikel gecomplimenteerd met: "De firma Lutkie en Smit kon haar artikel geen groter eer bewijzen, de geschiedenis van het bedrijf niet beter recht doen wedervaren dan met dit typografisch pronkjuweel." De tekstschrijver Jan Baesjou beschrijft in de eerste hoofdstukken op poëtische wijze het ontstaan van papier, waarna hij de geschiedenis van de oprichters van het bedrijf start met bovengenoemde broers Lutkie. Het boek leest als een sprookje.

Hoe anders is de opzet van het door Tib Tiebosch vervaardigde gedenkboek "Lutkie Cranenburg : 150 jaar voor elkaar", in 1988 aangeboden ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van Lutkie Cranenburg. Tiebosch heeft gekozen om de start van de geschiedenis als een genealogische verhandeling op te zetten, en wel met de komst en het verdere leven van de eerste Lutkie in Nederland. Helaas begaat Tiebosch zoveel zonden tegen een historische betrouwbare genealogie, dat we welhaast  van een horror-sprookje kunnen spreken. Feiten als afstamming, geografische herkomst en persoonskenmerken zijn bij ontbreken van gegevens zodanig romantisch ingevuld, dat de waarheid geweld is aangedaan. Wel beschikbare gegevens die een ander, kennelijk minder romantisch licht op deze eerste Lutkie werpen zijn niet gebruikt.

Op de eerste bladzijden van het hoofdstuk "what is in a name" tovert Tiebosch ons een prestigieus personage voor, dat weinig gemeen heeft met de Lutkie zoals we die uit archiefgegevens kennen. Hij zou een 24-jarige ondernemende jongeman zijn en van zeer goede komaf zijn. Het bewijsmateriaal van Tiebosch is dat hij eigenlijk Lübke heet, voorouders heeft die "zoals uit heraldieke aanwijzingen kan worden geconcludeerd, vanuit Denemarken naar Duitsland [zijn] geëmigreerd." Door de vraag te stellen of deze Lübke tot dezelfde tak behoort als de Duitse oud-bondspresident Heinrich Lübke suggereert Tiebosch een elitaire afstamming die moeilijk in overeenstemming is te brengen met de status van kanonnier in het Staatse leger. Het antwoord op de vraag die Tiebosch ons schuldig blijft, is eenvoudig te beantwoorden: allemaal verzonnen.

Natuurlijk werden vóór 1812 namen vaak verschillend gespeld, soms met patroniem, soms met uitsluitend patroniem, in de kerkelijke registers gelatiniseerd. De denigrerende manier waarop Tiebosch zich vrolijk maakt over de verschillende schrijfwijzen van de naam van onze hoofdpersoon toont echter aan, dat hij weinig begrip heeft van de genealogie. Het 'bewijs' van de overgang van Lübke naar Lütke/Lutkie zouden registratiefouten van "kosters, geestelijken en dergelijke" zijn. Tiebosch gaat er aan voorbij, dat voor gelovigen die niet de staatsgodsdienst aanhangen de schepenbank verantwoordelijk was voor de huwelijksafkondigingen en het sluiten van het 'burgerlijke' huwelijk, en dat een kerkelijk huwelijk pas na het burgerlijk huwelijk kon worden gesloten. Maar voor de stelling, dat "de stamvader ... als Lübke vertrok ... in 1748 uit 'het Munstersche' ... en als Lütke .. in 's -Hertogenbosch in hetzelfde jaar ingeschreven" is, ontbreekt elk spoor van bewijs. Sterker nog, in de huwelijksakte van het tweede huwelijk van Lutkie zou volgens Tiebosch de naam - nu abusievelijk gebruikt dus - weer Lübke zijn. Van dit huwelijk beschikken we over de gegevens van de huwelijksafkondiging, van het huwelijk voor de schepenbank en van het kerkelijk huwelijk. In alle drie archiefstukken staat evident Lutke.

Voorts kunnen we waarnemen, dat Tiebosch zelf het ook niet erg nauw nam met de spelling. Zijn tekst "Toen Johannis Christophori Lütke (v/h Lübke) op 12 januari 1749 te 's-Hertogenbosch in het huwelijk trad met Johanna de Zeeuw" luidt in werkelijkheid: "Joannes Christophorus Luttie - Joanna Zeeuwe vidua Hubert van Mierlo - testes: Jacobus Overlack et Digna van Lith".

Zoals we hiervoor zagen was Lutkies eerste vrouw Joanna weduwe van Hubert van Mierlo. Een interessant gegeven zou je zeggen, maar het past wellicht niet in het beeld van de ondernemende 24-jarige jongeman als echtgenoot.

De wijsheid van de genealoog om secundaire bronnen kritisch te bekijken blijkt weer eens te meer bewaarheid te zijn. Een 'portret' dat wel op archiefgegevens gebaseerd is staat elders op deze site.

vrijdag 24 maart 2017

twee geloven op een kussen






















Bij de doopinschrijving van Dirkje van Oers in de Sint Pieter te 's -Hertogenbosch staat een interessante noot: "Ista puella baptizata fuit ab haereticis, sed metu marite heterodoxi non ausi sunt antea eam huc afferre ad caerimonias. Verum nata est 27 maji. Et iam tandem huc allata collocatur in ordine qui modo est." In gewoon Nederlands: "Dit meisje werd gedoopt door ketters, maar uit vrees voor de echtgenote hebben de andersdenkenden haar niet eerder naar de (doop)plechtigheid gebracht. Ze is echter geboren op 27 mei [1678]. En omdat ze nu pas hierheen gebracht is, is ze in de huidige volgorde geplaatst." De inschrijving staat tussen 17 en 31 juli, twee maanden na de geboorte.

Vergeleken met dit uitgebreide verhaal is de betreffende doopinschrijving in de Nederduits gereformeerde Grote Kerk een beetje kaal: "Den 26 Maij Dirxken Dogter van Herman Janssen en Jenneken Dirx".

Waarom deze ophef, vraag je je af. Het huwelijk is op 9 december 1673 voor de Nederduits gereformeerde kerk gesloten, en ook voor de doop van haar broer Dirk in 1676 vinden we alleen een inschrijving in de Grote Kerk.

Dirkjes moeder, Jenneke Dirckx Stillens uit Engelen is katholiek. Helaas zijn er geen gegevens waaruit kan blijken dat er ook gedoe is bij de doop van broer Dirk. Maar nu Dirkje - ook protestants - gedoopt is zijn voor moeder Jenneke de rapen gaar.

Dat schipperen tussen twee geloven zien we ook in het latere leven van Dirkje terug. Haar eerste man, Jan Wijgergangs uit Berlicum is van protestantse huize, en de kinderen worden alle protestants gedoopt. Mijn voorouder Jan Zeeuwen, Dirkjes tweede man, is katholiek en ook haar derde man is katholiek.

Ook bij het huwelijk van Dora Lutke met gereformeerde David Meelmaker zien we dit dealen met religies terug. De vader van de bruid verklaart blijkens de akte voor de schepenbank: "Christoffel Lutteke vader van de bruijd alhier woonende en present zijnde zegt een eed gedaan te hebben van niet te consenteren in het huwelijk van zijn dogter met iemand van een andere religie dog declareert tevens wel te mogen lijden dat zijn dogter met de bruijdegom voors: trouwt alzoo hij buyten het verschil in religie niets op hem te seggen weet. "

Tenminste één kind, Carolus Meelmaker, wordt Nederduits gereformeerd gedoopt. De meeste kinderen zijn katholiek gedoopt.



maandag 20 maart 2017

bibliografie adrianus van den hoeven

Hoeven, A. van der.Helena, of Het vermogen der deugd. 's Bosch: P.N. Verhoeven, 1850.

Hoeven, A. van den.De blinde van Dieppe: verhaal uit de zestiende eeuw. 's Bosch: Verhoeven, 1858.

Russel, Josef.Kronijk of geschiedkundige beschrijving der stad en voormalige heerlijkheid Sittard, Met aanhangsel over koning Zwentibold en de heerlijkheid Born. Maastricht: A. van den Hoeven, 1862.

Russell, Jos.Kronijk of geschiedkundige beschrijving der stad en voormalige heerlijkheid Sittard: met aanhangsel over koning Zwentibold en de heerlijkheid Born. Maastricht: A. van den Hoeven, 1862.

Alphonsus Maria de Liguori.Het gebed, het groote middel ter zaligheid. 1864.

A.M.D.G.De schat der liefde, of verhandeling over de liefde tot God en den evennaaste , gedeeltelijk getrokken uit de Heilige Schrift en andere godvruchtige werken. Amsterdam: Van den Hoeven, 1864.

Slanghen, Egidius.Bijdragen tot de geschiedenis van het tegenwoordige hertogdom Limburg, door Eg. Slanghen. Amsterdam: A. Van den Hoeven, 1865.

Korte oefening volgens de H. Theresia, waardoor een ieder gemakkelijk en in korte tijd tot eene ware godsvrucht en volmaaktheid kan geraken. Amsterdam: van den Hoeven, 1865.

De wetgeving van Karel den Groote tegenover de rigting der moderne staatskunde. Amsterdam: Van den Hoeven, 1865.

Alphonsus Maria, and R.K.Priester.Het gebed: het groote middel ter zaligheid. Amsterdam: Van den Hoeven, 1865.

Alphonsus Maria, and Priester.Het gebed: het groote middel ter zaligheid. Amsterdam: Van den Hoeven, 1865.

De Katholieke volksvriend: goedkoop magazijn voor alle standen. Amsterdam: van den Hoeven, 1865.

Campen, W. J. van.Het huwelijk handboek voor christelijke echtgenooten. Amsterdam: A. van den Hoeven, 1866.

Mencacci, Paulus.De ketenen of boeien van den Heiligen Petrus. Amsterdam: van den Hoeven, 1866.

Het nieuwe St. Jacobs-gesticht te Amsterdam. Amsterdam: A. van den Hoeven, 1866.

Ségur, Louis Gaston Adrien de.Gebeden ten dienste der pauselijke zouaven. 1867.

Bourassé, Jean Jacques.Geschiedenis der allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria: volgens het H. Evangelie, de schriften der h. vaders en de gedenkteekenen der overlevering. Amsterdam: A. van den Hoeven, 1867.

Dam, H. van.Verklaring der logarithmen en hunne eenvoudigste toepassing, gevolgd door eene logarithmen-tafel van 1-1000. Amsterdam: A. van den Hoeven, 1868.

Leonardus.Het heilig uur: oefeningen en gebeden bij de gedurige aanbidding en het gebed van veertig uren: biecht-, communie- en mis-gebeden : meerendeels getrokken uit de werken. Amsterdam: Van den Hoeven, 1870.

Werker, Henricus Martinus.Is "De Tijd" een katholieke courant, of Sprokkelingen op staats- en letterkundige gebied. Amsterdam: A. van den Hoeven, 1870.

Hollandsche martelaren uit de XVIde eeuw en geschiedkundig allerlei. Amsterdam: Van den Hoeven, 1870.

Honig, G.G.Jesus, onze dierbaarste schat: negendaagsche oefening ter vereering van het Kindje Jesus; geschikt voor alle tijden des jaars, inzonderheid voor de Negen Dagen die het Kerstfeest voorafgaan. Amsterdam: Van den Hoeven, 1870.

Travailleur.De geschiedenis des vaderlands, bekeken door den bril van Mr. Travailleur: eene voorlezing. Amsterdam: A. van den Hoeven, 1870.

Travailleur.Is "De Tijd" eene Katholieke courant, of sprokkelingen op staat- en letterkundig gebied. Amsterdam: A. van den Hoeven, 1870.

Travailleur.Tonkaboontjes voor de snuif van M.J.Carl. Amsterdam: Van den Hoeven, 1871.

H.M.W.Gesprek tusschen Jan Papegaai en Henri Frank over het aanstaande april-feest. Amsterdam: A. van den Hoeven, 1872.

lid der vereeniging.Een blik op het liberalisme onzer dagen: voorlezing gehouden in de Pius-Vereeniging den 2 Januari 1872. Amsterdam: Van den Hoeven, 1872.

De Vieuxbois, B.De H.H. Martelaren van Gorkum en de pauselijke zouaven: lied (bij gelegenheid der heiligverklaring) met begeleiding van piano, opgedragen aan den Weleerwd. Heer C. De Kruyf, R.C. Pr. Gent: Gevaert, 1880.

Hoeven, J. van den.Een Jezuïet-Sannyasi. Leuven: Xaveriana, 1925.


Clarenbeek-van Klaveren, M., and Elly van den Hoeven.De zanger van het zonnelied. Haarlem: De Spaarnestad, 1960.

het boekenvak van overgrootvader adrianus van den hoeven

Regelmatig googel ik op de  naam van mijn overgrootvader Adrianus van den Hoeven. Het is vaak verrassend, dat daar weer een boek of tijdschrift uitrolt, dat hij zelf geschreven of uitgegeven heeft.

Zo vond ik onlangs: "Helena, of Het vermogen der deugd", een kinderboek geschreven door A. van den Hoeven en uitgegeven door P.N. Verhoeven, 's Bosch, in de jaren '50 van de negentiende eeuw. Dit is zijn vroegste boek, dat ik tot nu heb gevonden. Met boekhandelaar en uitgever P.N. Verhoeven had mijn overgrootvader kennelijk een goede band. Verhoeven was getuige bij zijn burgerlijk huwelijk op 6 juni 1851 en bij de geboorteaangifte van zijn zoon in 1856. 

vrijdag 17 maart 2017

Jan Wijgerganck, eerste man van Dirckje van Oers

Het eerste huwelijk van Dirkje van Oers kenmerkt zich door balanceren tussen twee godsdiensten. Dirkje is van Nederduits Gereformeerden huize. Haar eerste man, Jan Wijgerganck blijkt ook deze godsdienst te belijden.

Het huwelijk wordt gesloten op 19 mei 1779 in Berlicum voor de Nederduits Gereformeerde kerk in Berlicum, met attestatie van 's-Hertogenbosch.De huwelijksaankondiging is niet in het schepenboek vermeld, maar staat op zaterdag 4 mei 1697 in het trouwboek van de Nederduits Gereformeerde kerk.

Het is wel merkwaardig, dat het huwelijk ook is ingeschreven in het trouwboek van de Rooms Katholieke Sint Pieterskerk.Volgens die inschrijving zou het huwelijk al op 15 mei zijn voltrokken.

Alle kinderen uit dit huwelijk zijn gedoopt in de Grote Kerk, dus Nederduits Gereformeerd.


zondag 5 maart 2017

genealogisch programma GRAMPS

Mijn genealogische naspeuringen heb ik aanvankelijk in Aldfaer vastgelegd. Toen ik mij realiseerde, dat ik oudere gegevens niet goed kon terugvinden, bleek, dat ik de bronnen niet goed had vastgelegd. Bij de kritieken op het verder goede programma Aldfaer lees je wel dat de bronbeschrijving een zwak punt blijft. Op zoek naar een - gratis - programma dat brongeörienteerd werkt kwam ik bij GRAMPS uit. Ook dit programma nodigt uit om persoonsgericht te werken, en hoewel het programma dus niet intuïtief uitnodigt om bron geörienteerd te starten, is het wel mogelijk brongeörienteerd te werken.

Was jaren geleden GRAMPS een Linux-programma, tegenwoordig is het redelijk stabiel in een Windows-omgeving.

Een van de voordelen van GRAMPS is, dat je bronverwijzingen aan elk gegeven, persoon, gebeurtenis, locatie et cetera, kunt toevoegen. Als je daarvoor geen eigen systematiek voor ontwikkelt levert dat later in de publicatie van de gegevens onevenwichtigheden op.

Als je echter start met een medium, hiervoor de bronverwijzing en het afschrift vastlegt en dan pas de betreffende personen aan de database toevoegt, c.q. gegevens of gebeurtenissen aan reeds ingevoerde personen toevoegt krijg je een consistente database.



nuttige of interessante links


Artikel, dat veel suggesties geeft voor systematisch vastleggen van gegevens.
Bloothooft, G. (1994). 'Automatische familiereconstructie', Cahiers VGI (Vereniging voor Geschiedenis en Informatica', 7, 9-54.

Aandachtspunten voor een blogger
Blogging Your Family History 

dinsdag 28 februari 2017

laatste gebeurtenis op de tijdlijn ... start

Als start van deze blog heb ik onderstaande foto gekozen, gemaakt bij het huwelijksdiner van mijn ouders in 1941. Deze foto is de ikoon op de kop van de blogpagina's. Vanaf deze laatste gebeurtenis op de tijdlijn starten de naspeuringen naar mijn oorsprong. 


Op de foto zien wij van links naar rechts de volgende personen. 

George van der Velden, peetoom van de bruid,
Marie Maas - van den Berg, moeder van de bruidegom,
Wim Maas  
Dina Vossen - van der Velden, 
Lambert Maas, bruidegom, 
Marie Maas - van den Hoeven, bruid, 
Mien Dirks - Maas
Piet Maas, vader van de bruidegom, 
Bets Brenninkmeijer - van den Hoeven, peettante van de bruid, 
Thom Maas, 
Marietje Maas, 
Mia Dirks, 
Lien Hartholt - Maas, 
Alphons van den Hoeven, 
Adriaan van den Hoeven, 
Marie van den Hoeven - Dries

Ido Hartholt, 
Rie van Kooten, 
Peter Maas (gedeeltelijk zichtbaar).